De deeleconomie is enorm in opkomst. Online platforms zoals Airbnb, ShareDnD en Thuisafgehaald maken het voor particulieren mogelijk hun diensten en producten aan te bieden. Met succes, want een groeiende groep consumenten maakt hier gebruik van. Online platforms maken een fors deel uit van de economie, hebben een duidelijk winstoogmerk en concurreren met de reguliere ondernemers in de gastvrijheidseconomie.
Overheden waren aanvankelijk geneigd deze ontwikkeling als iets onschuldigs te zien als een onschuldig iets. Maar in toenemende mate zien met name ook lokale overheden in dat er schaduwkanten zitten aan de zogenaamde peer-to-peer platforms. Zo heeft de stad Amsterdam al eerder een maximum gesteld aan het aantal overnachtingen dat een aanbieder (een deel van) zijn woning beschikbaar kan stellen voor vakantieverhuur. Per 1 oktober 2017 geldt in Amsterdam een verplichting om iedere boeking te melden bij de gemeente. Met AirBnB zijn door de gemeente Amsterdam afspraken gemaakt over de afdracht van toeristenbelasting ten behoeve van de zogenaamde particuliere aanbieders van logies.
Langzaam maar zeker beginnen in meer steden vergelijkbare discussies op gang te komen over het reguleren van de zogenaamde ‘deeleconomie’. CVE vindt dat een goede ontwikkeling.
Standpunt Deeleconomie
CVE is geen tegenstander van nieuwe aanbieders en bemiddelaars in gastvrijheid. Sterker nog: concurrentie houdt ons scherp. Wij vinden echter dat deze nieuwe aanbieders gehouden moeten worden aan de wet- en regelgeving die geldt voor reguliere ondernemers in de gastvrijheidseconomie. Denk aan regels voor (brand)veiligheid, leefomgeving, belastingen en consumentenbescherming. Bovendien moeten er duidelijke grenzen worden gesteld aan het aantal gasten en het aantal dagen dat een faciliteit mag worden gebruikt voor particulier aanbod. Het aantal dagen voor de particuliere vakantieverhuur van een woning mag maximaal 30 zijn. Want: een woonhuis is immers geen hotel en een privékeuken is geen restaurant.